Het vliegdekschip van de Yorktown-klasse, USS Enterprise (CV-6) werd op 12 mei 1938 in Newport News, Virginia, in dienst gesteld. Het werd overgeplaatst naar de Stille Oceaan en was op zee tijdens de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941. Drie dagen later werd ze het eerste oorlogsschip van de Amerikaanse marine dat een Japans oorlogsschip tot zinken bracht, onderzeeër I-70, en later die maand nam ze deel aan de expeditie naar Wake Island. In april dekte de Enterprise de Dootlittle Raid op Japan en nam in juni deel aan de Slag om Midway, waar haar vliegtuigen drie Japanse vliegdekschepen en een kruiser tot zinken brachten. Tijdens de Guadalcanal Campagne, dekte ze de landingen en nam deel aan de gevechten van Oost-Solomons en Santa Cruz Eilanden. Ondanks dat ze in beide gevechten beschadigd raakte, lanceerde ze vliegtuigen om de schepen te helpen die betrokken waren bij de Zeeslag om Guadalcanal. Eind 1943 en begin 1944 nam de Enterprise deel aan de Gilberts en Marshall invasies en luchtaanvallen op de Japanners in het centrale en zuidelijke deel van de Stille Oceaan. In de zomer van 1944 nam ze deel aan de Marianas operatie en de Slag in de Filippijnse Zee, gevolgd door de grootste zeeslag in de geschiedenis, de Slag bij de Golf van Leyte in oktober. In februari 1945 nam Enterprise deel aan de invasie van Iwo Jima, vervolgens aan aanvallen op de Japanse thuiseilanden en de Okinawa-campagne in april. Door schade opgelopen door twee kamikaze aanvallen in april en mei, keerde ze terug naar de Verenigde Staten met de onderscheiding van het meest gedecoreerde oorlogsschip van de Amerikaanse marine tijdens de oorlog. Na de capitulatie van Japan hielp ze Amerikaanse militairen terug te vervoeren naar de Verenigde Staten. Buiten gebruik gesteld in februari 1947.