Het kenmerkende zweefvliegtuig met twee zitplaatsen, ontwikkeld door Q-Branch, is ontworpen voor infiltratiemissies vanuit de lucht en werd door Agent Nomi en James Bond gebruikt om The Poisoned Garden, de eilandbasis van de schurk Safin, te bestormen.

Het eiland ligt in de Zee van Japan en vereist een snelle maar heimelijke nadering die alleen het zweefvliegtuig kon uitvoeren. Het zweefvliegtuig wordt in compacte vorm gedropt uit een Boeing C-17A Globemaster van de Royal Air Force en springt onmiddellijk open in een uitgeklapte vluchtconfiguratie die na het bereiken van de oppervlakte weer verandert in een duikboot voor de uiteindelijke aankomst op de basis van Safin.

Hoewel het geen echt vliegtuig is, werd de Q Glider door het No Time To Die-productieteam gemaakt als een fysieke rekwisiet op ware grootte met een te openen baldakijn voor gebruik op de set. Het zweefvliegtuig werd gebruikt aan boord van een echte Royal Air Force C-17A Globemaster op RAF Brize Norton en in een watertank die werd gebouwd in Pinewood Studios om het onderzeeërdok in The Poisoned Garden te creëren. De beelden van het uitklappen van het zweefvliegtuig uit de Globemaster zijn gemaakt met Computer Generated Imagery (CGI).